Kennisbank
Scriptie: Kunst als gunst?
Een onderzoek naar de motieven en belangen die een rol speelden in de mecenaatsrelatie tussen mecenas Han Nefkens en museumdirecteur Sjarel Ex
Deze masterscriptie heeft als doel de motieven en belangen te onderzoeken die in de jaren 2000 tot 2011 een rol gespeeld hebben bij de mecenaatsrelatie van Han Nefkens en Sjarel Ex. Het primaire deel van deze scriptie richt zich op het theoretisch kader dat de basis vormt van dit onderzoek. De eerste helft van dit theoretisch kader beoogt een passend begrip te krijgen van deze mecenaatsrelatie, door te definiëren wat de beginselen zijn van de rol die mecenaat binnen het Nederlandse culturele veld heeft. Vervolgens worden verschillende sociale aspecten van mecenaat behandeld. Deze worden toegelicht met Bourdieu’s veldtheorie en zijn ideeën over de uitwisseling van kapitaal en macht, Komter’s gifttheorie die zes motieven om te geven uitlegt, en Bekkers’ en
Wiepkings onderzoek dat uitlegt welke acht mechanismen hoofdzakelijk het geven aan goede doelen stimuleren. Samen geven deze theorieën inzicht in de motieven en belangen die een rol speelden in de mecenaatrelatie tussen Han Nefkens en Sjarel Ex.
De casestudy, die wordt gepresenteerd in het secundaire deel van deze scriptie, beschrijft de mecenaatsrelatie in twee periodes, de Centraal Museumperiode (2000-2004) en de Museum Boijmans van Beuningen periode (2004-2011). Uit beide periodes worden vijf momenten geanalyseerd die doorslaggevend waren voor de relatie. De resultaten van deze analyses laten zien dat Han Nefkens meerdere motieven had in beide periodes, hoewel ze in de tweede periode in
verschillende hoeveelheden voorkomen. Deze motieven waren macht, prestige, positieve gevoelens, eigenbelang, wederkerigheid en gelijkheid, en onzekerheid. Bovendien was Nefkens’ voordeel van deze relatie de uitwisseling van economische kapitaal voor sociaal, cultureel en symbolisch kapitaal. Deze kapitalen werden gebruikt om macht te verwerven binnen het culturele veld. Deze macht was nuttig om zichzelf verder te ontwikkelen als initiator en co-creator van kunstwerken.
In het geval van Sjarel Ex waren wederkerigheid en gelijkheid, en eigenbelang drijfveren die leidden tot aanvang van de mecenaatrelatie. Deze motieven bleven van belang in de tweede periode van de relatie; Ex gebruikte toen echter ook macht, prestige en positieve gevoelens als motieven. Hij had tevens zijn eigen intenties om deze relatie met Nefkens aan te gaan, namelijk om te onderzoeken of een structurele band met een mecenas nuttig zou zijn voor zijn museum en voor
hemzelf. Ex richtte zich op het vergaren van economisch kapitaal om het budget van het museum te verhogen. Later had hij Nefkens’ hulp nodig om de goede reputatie van Museum Boijmans van Beuningen in stand te houden nadat het museum verschillende tegenslagen had ervaren. Nefkens’ steun diende als voorbeeld voor potentiële sponsors. Daarnaast hadden beide partijen het welzijn
van zowel de musea in gedachten als die van henzelf. Deze mix van onderliggende motieven van het mecenaat verzekerde uiteindelijk dat beide partijen langdurig investeerde in deze mecenaatsrelatie.
Onderwerpen: 2000-2021 beeldende kunst-wereld geven aan culturele instellingen museumwereld weldoeners
Auteur: Britt Jennissen MA