Kennisbank
Kunstenaars protesteren tegen cultuurbezuinigingen tijdens de Schreeuw om Cultuur
Dit artikel is onderdeel van het themanummer Het literair klimaat 2010-2019, onder redactie van Laurens Ham en Sven Vitse. Aan de hand van tien gebeurtenissen in de jaren 2010 – chronologisch verbonden aan telkens één van de tien jaren van het decennium – wordt in dat nummer een beeld geschetst van de veranderende literaire cultuur en infrastructuur in de Lage Landen. Speciale aandacht is er onder meer voor activisme, voor het zoeken naar nieuwe vormen van verbondenheid en naar verschuivingen in de mediacultuur en het beleid rond literatuur.
Dit essay raakt aan meerdere van deze thema’s. Het bespreekt de grootschalige acties tegen kunstbezuinigingen in 2010 en 2011, specifiek de acties Schreeuw om Cultuur (2010) en Mars der Beschaving (2011). De discursieve verschillen tussen deze twee protesten worden geanalyseerd, maar ook wordt het kunstenaarsprotest in een bredere historische context geplaatst. Concreet legt dit stuk een verband tussen het wegvallen van de component ‘klasse’ in subsidiepolitiek sinds de jaren 70 – nadat de ‘instrumentele’ cultuurpolitiek van met name de PvdA heel controversieel was geworden – en het mogelijk worden van populistisch-neoliberale bezuinigingen vanaf 2010. De vraag ‘waarom en hoe moeten gewone mensen van gesubsidieerde kunst profiteren?’ werd vanaf 1980 nauwelijks meer expliciet gesteld, en dat maakte dat kunstenaars die zich tegen de bezuinigingen wilden verweren met de Schreeuw en de Mars eigenlijk verbaal met lege handen stonden: ze misten een taal om inclusief over kunst en kunstbeleid te kunnen spreken.
Lees meerAuteur: dr. Laurens Ham