Veronica Gerarda van Amerongen werd geboren op 4 december 1958 in Hilversum. Na haar vwo-opleiding maakte ze van 1976 tot 1979 reizen door Europa, en werkte bij biologische boeren en voor uitzendbureaus. Van 1979 tot 1984 schreef zij als journalist artikelen voor kranten en nieuwsbladen. Na 1984 legde zij zich toe op de boomchirurgie/boomverzorging en volgde daarin diverse opleidingen en cursussen. Na een jaar in loondienst richtte ze haar eigen boomverzorgingsbedrijf op voor snoeiwerk en advies/onderzoek. Vanaf die tijd is dat haar bron van inkomsten. Hiernaast studeerde zij van 1987 tot 1996 in deeltijd archeologie aan de Universiteit van Amsterdam. Deze studie werd afgerond met de doctoraalscriptie Bossen op de bodem van de zee. Dendrochronologische onderzoek aan veeneiken in Nederland onder leiding van drs. Esther Jansma. In 1994 werd zij beëdigd als boomtaxateur bij de Kamer van Koophandel in Amsterdam; in 2008 behaalde ze het certificaat European Tree Technician (ETT).

Naast haar werk studeerde ze van 2009 tot 2015 muziekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, wederom in deeltijd. Deze studie sloot ze in 2015 af met de BA-scriptie De dodendans en liedmuziek. Een thematische verwerking van de dodendans uit de vijftiende en zestiende eeuw in de Nederlanden, onder leiding van dr. Eddie Vetter. In 2021 promoveerde ze op een onderzoek naar vrouwelijk muziekmecenaat in de Republiek der Nederlanden bij de Universiteit van Utrecht, onder begeleiding van prof.dr. Albert Clement en prof.dr. Ton Koopman onder de titel Dames in majeur. In 2022 verschijnt haar boek bij Amsterdam University Press.

Onderwerpen: