Kennisbank
U vraagt, wij draaien? De huwelijksgedichten van Katharina Lescailje (1649-1711) voor rijke doopsgezinden
Op de ets Klucht of Vernieûwende gedachtenis van de pûrgeerende boontiens (ca. 1680) is een zaal te zien met langs de wanden lange rijen tafels met daarop de resten van
een, naar het zich laat aanzien, overdadig diner. Midden in de zaal en op de voorgrond van de ets is een aantal figuren te zien dat zichtbaar moeite heeft met het verwerken van de maaltijd. Sommigen zwalken rond, anderen grijpen naar hun maag en velen zitten ongegeneerd te poepen. Er is er zelfs een bij die ervan moet overgeven (nr. 14). De figuren stellen doopsgezinden voor die het wat al te bont hebben gemaakt op een bruiloft. De ets spot aldus met luxueuze bruiloften die in bepaalde kringen van doopsgezinden gevierd werden in het laatste kwart van de zeventiende en in de achttiende eeuw. Het onderwerp was niet uitzonderlijk, ook in literatuur was de weldaad van de ‘menniste bruyloft’ vaak onderwerp van spot. Veel details over het werkelijke karakter van die doopsgezinde bruiloften zijn echter niet bekend.
Auteur: dr. Nina Geerdink