Kennisbank
Wat wil de mecenas? Historische weldoeners als rolmodel
Nu Museum Meermanno door de cultuurbezuinigingen met sluiting wordt bedreigd, moet het museum op zoek naar alternatieve manieren om de begroting rond te krijgen. Wat staatssecretaris Halbe Zijlstra betreft zouden kleinschalige instellingen als Meermanno, die weinig publiek trekken maar kwalitatief hoogwaardige collecties beheren, creatiever mogen worden in hun cultureel ondernemerschap. Eén van de oplossingen die hijzelf heeft aangedragen is die van het mecenaat. In het regeerakkoord van september 2010 nam de overheid zich voor “meer ruimte [te] geven aan de samenleving en het particulier initiatief”; en in de beleidsbrief Meer dan kwaliteit: een nieuwe visie op cultuurbeleid (juni 2011) “het geven aan cultuur [te] stimuleren”. Maar, voegt Zijlstra eraan toe, “over giften aan cultuur besluiten particulieren en bedrijven zelf, vanuit hun eigen motieven”. Waaróm cultuurliefhebbers geven, hoeveel ze geven, en aan welke instellingen ze dat doen is geen zaak van de overheid, maar van de weldoeners zelf, en van de culturele instellingen die naar hun gunsten dingen. Mecenassen krijg je immers niet zomaar. Het is de vraag welke stappen een instelling als Museum Meermanno kan zetten om hen tot een bijdrage te bewegen. Wie kijkt naar de geschiedenis van het mecenaat én naar ervaringsverhalen van andere instellingen ziet al snel dat gericht zoeken loont, en dat een actieve, creatieve en persoonlijke benadering van potentiële weldoeners een belangrijke sleutel tot succes kan zijn. De vraag wat wil de mecenas? zou voor instellingen wel eens veel belangrijker kunnen zijn dan de vraag wat hebben we van hem nodig?
Lees meerOnderwerpen: culturele praktijk geven aan culturele instellingen historische context 1900-2000 2000-2021 overheidsondersteuning museumwereld
Auteur: prof. dr. Helleke van den Braber